Dat supply chains kwetsbaar zijn en veel minder flexibel dan gedacht, is een gevoel dat ook voor de coronapandemie en de blokkade in het Suezkanaal regelmatig werd uitgesproken. Nu zijn veel ketens, zeker ook in de health care, bezig om zich te reorganiseren, want de verstoringen hebben voor veel onrust en onbalans gezorgd. Maar hoe? Daarover gaat deze podcast met Repligen als voorbeeld.
Natuurlijk heeft het coronavirus veel supply chains op hun grondvesten doen schudden. Maar het is zeker niet zo, dat er eerst een desastreuze pandemie van ongekende omvang moest komen om ketenpartners te overtuigen van de supply chain risico’s. Die risico’s waren er al langer en daarmee ook het streven naar reshoring of nearshoring, het terughalen of dichterbij brengen van productie of distributie. In de afgelopen jaren daalde het besef in, dat diverse trends impact begonnen te krijgen op de optimale voortgang in ketens.
“Denk aan geopolitieke spanningen, de verduurzaming van transport, stijgende loonkosten in wat altijd als lage lonenlanden werd gezien”, zegt Johan Beukema van Buck Consultants International. “Dit speelde al veel langer. Maar ontegenzeggelijk heeft de coronapandemie een versterkend effect hebben gehad richting reshoring, of liever gezegd decentralisatie van productie- en distributieactiviteiten.” Beukema trapt de podcast af met een uitleg over de verschillende vormen van dit fenomeen, waarbij het gaat om het vergroten van de resilience, de weerbaarheid van de supply chain. Anders gezegd het vermogen om snel na een disruptie (van welke aard en omvang dan ook) terug te keren naar een stabiele situatie.
Overname als deel van de oplossing
Goed voorbeeld van een internationaal bedrijf, dat met deze vraagstukken worstelt is Repligen, de Amerikaanse producent van materialen en producten voor diagnostische apparatuur in de gezondheidszorg. Het bedrijf heeft een vestiging in Breda, daar is Marc Beerens verantwoordelijk voor warehousing en distributie. “We zijn inmiddels beland in een situatie waarin we impact van verstoringen in kaart hebben waardoor we de risico’s minimaliseren voor onze afnemers. Daarvoor moet je op strategisch niveau kijken naar risicospreiding. In ons geval betekende dat bijvoorbeeld een overname van een bedrijf in Frankrijk. Covid heeft ons de ogen zeker geopend. Je moet niet teveel afhankelijk willen zijn van één productielocatie of van één leverancier. Dat heeft ons ook geholpen om meer met onze klanten te streven naar duurzaamheidswinst in de keten. Makkelijk is het niet, maar wel strategisch van groot belang.”
Hybride vormen, daar is vraag naar
De link met duurzaamheid ligt voor het oprapen, zo meent ook Niels van Namen. Hij is namens Ceva Logistics vooral actief als logistiek dienstverlener voor verladers in de health care sector. “Er zijn verschillende oplossingen te bedenken – waaronder reshoring of nearshoring – om risico’s in te dammen. Maar sommige verladers zitten behoorlijk locked-in met een productielocaties, waar ze niet zomaar afscheid van kunnen nemen. Aan de andere kant hebben we gezien met persoonlijke beschermingsmiddelen en mondkapjes bijvoorbeeld hoe belangrijk het is om snel over de juiste producten te kunnen beschikken. Iedereen weet nu wel waarom logistiek belangrijk is.”
Van Namen denkt niet dat het een of het ander zal zijn, centraal of decentraal produceren en distribueren. “We gaan hier veel hybride vormen van zien is mijn verwachting. Kritisch daarin is de ontwikkeling van logistiek talent, zoals dat hier in bijvoorbeeld Breda gebeurt. Laten we ons realiseren dat de toegevoegde logistieke waarde van Nederland heel groot is. Dus is reshoring voor Nederland in mijn ogen vooral een kans en geen bedreiging.”
Logistiek is vaak het verbindende element
Die mening is Eelko Brinkhoff van BOM (Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij) ook toegedaan. Zijn organisatie kreeg een piek aan aanvragen te verwerken de afgelopen anderhalf jaar vanwege de coronapandemie en Brexit. “Nu is dit zich weer aan het normaliseren, maar alle bedrijven zijn in meer of mindere mate geraakt door covid en hebben om die reden de heroriëntatie waar ze vaak toch al mee bezig waren met nog meer inzet opgepakt. Grote bedrijven hebben door hun internationale aanwezigheid vaak al veranderingen doorgevoerd. De kleinere bedrijven volgen nu en beginnen vaak met het openen van een salesvestiging, omdat ze in coronatijd hun klanten niet meer konden bereiken. Daar lag hun eerste prioriteit. In het verlengde daarvan komt logistiek. Dat is wat we nu zien.”
Om die reden is Brinkhoff niet zo gelukkig met de aanhoudende ‘verdozingsdiscussie’ in dit land. “Laten we voorkomen dat logistiek in een kwaad daglicht komt te staan. Juist logistiek is vaak het verbindende aspect, waarmee we voor Nederland en Brabant mooie bedrijven kunnen binnenhalen, die perfect passen bij de bestaande ecosystemen zoals agrifood, hightech en ook life sience en health care. Ik hoop dat we de dialoog met elkaar aangaan over hoe we de schaarse mogelijkheden die er zijn maximaal benutten voor zoveel mogelijk toegevoegde waarde.”
Schaarste voedt de neiging tot decentraliseren
Beukema begeleidt veel internationale bedrijven die op zoek zijn naar een nieuwe vestigingslocatie of naar andere leveranciers en distributeurs om risico’s te spreiden. “Schaarste is daarbij een cruciaal aspect, schaarste aan ruimte en schaarste aan mensen. Vergeet dat niet. Want steeds vaker zijn hun groeimogelijkheden beperkt op een bepaalde plek waardoor ze uitbreiding elders moeten realiseren, ook al krijgen ze de business case daarvoor niet rond. Ze moeten wel. Vaak is dat ook een nieuwe driver, bovenop het vraagstuk van resilience, om te gaan decentraliseren met productie en distributie.”
Dit artikel is eerder verschenen op logistiek.nl