Brabant staat bekend als de varkensschuur van Nederland. Maar hoe lang nog? Vleesvervangers hebben de wind in de zeilen. Het marktaandeel is met een paar procent nu nog bescheiden, door dubbele groeicijfers zal dat snel veranderen. Vegetariërs en veganisten hebben het pad geëffend voor de flexitariër: een snel groeiende groep consumenten die één of meerdere keren per week hun stukje vlees vervangt door een vega(n) alternatief. Hun motieven verschillen. Waar de een vooral zijn gezondheid wil verbeteren, wordt een ander primair gedreven door zorgen om klimaatverandering, dierenwelzijn, of een combinatie hiervan.
De eiwittransitie biedt enorme kansen voor de Brabantse economie. Tegelijkertijd valt er grote maatschappelijke winst te behalen. Vleesvervangers zijn immers veel minder belastend voor onze leefomgeving. Een dubbelslag dus, die Brabant gaat slaan om de volgende drie redenen:
- Brabant heeft al een sterke voorhoede in de eiwittransitie. De bekendste is De Vegetarische Slager uit Breda, maar ook bedrijven als Schouten Europe en Dalco zijn echte pioniers, die hun vleugels inmiddels hebben uitgeslagen. Zij zitten dicht op de consument en spelen als geen ander in op hun wensen.
- De vleesvervangers zoals we ze nu kennen zijn nog vrij simpel en eenzijdig. Een “kipstukje” of vegaburger maken lukt wel, maar een sappig biefstukje vervangen is hele andere koek. Dat vergt nieuwe waardeketens en technologie. Partijen als het Green Protein Excellence Center en Foodtech Brainport staan hiervoor opgesteld.
- Nu halen we eiwitten nog hoofdzakelijk uit sojabonen uit Zuid-Amerika. Dat kan slimmer, bijvoorbeeld door in Nederland eiwitrijke gewassen te telen en raffineren. Maar we kunnen ook micro-organismen aan het werk zetten, zoals bacteriën, gisten en schimmels. The Protein Brewery uit Breda doet het. Daar produceren schimmels eiwitten uit suiker middels fermentatie.
Kortom, over een jaar of een jaar of twintig ziet het Brabantse landschap er waarschijnlijk heel anders uit. De veehouder heeft terrein ingeleverd ten gunste van de akkerbouwer en slachtlijnen zijn vervangen door fermentoren, waar de kleinste levensvormen grootse daden verrichten. In Brabant gaat het gebeuren. De BOM maakt het mogelijk door te ontwikkelen, investeren en internationaliseren.